Het beeld, een 'yanda', is afkomstig van het geheime Mani-genootschap van de Zande, een esoterisch en intertribaal genootschap, wijdverspreid in Centraal-Afrika. De leden worden gerecruteerd uit de notabelen.
Dit genootschap stelt het welzijn van zijn leden centraal, waarbij zij waken over hun gezondheid en welzijn, maar ook een zekere onschendbaarheid tegen straffen van het gevestigd gezag kunnen bewerkstelligen.
De 'yanda'-beeldjes zijn vooral defensief en zorgen in het algemeen voor het welzijn van hun bezitters en van de gehele Mani-gemeenschap. Ze zorgen voor een goede jacht, een gunstige rechterlijke beslissing, vruchtbaarheid van mens, dier en gewas, en vervullen allerlei wensen. Tevens bieden ze bescherming tegen kwade invloeden, zoals hekserij en ziekte.
Men dient aan een aantal regels te voldoen om de 'yanda' functioneel te houden, zoals goed onderhoud en respectvolle bejegening van de beeldjes. Eens per jaar moet een feest gegeven worden ter ere van de beeldjes. De 'yanda' verlangen materiële genoegdoening na het volbrengen van een wens.
Volgens verschillende auteurs kunnen yanda beelden op verschillende manieren worden verzocht om hulp en bijstand. Eén daarvan betreft een soort tot de yanda gerichte cultus. Hierbij bestaat het 'yanda'-ritueel uit drie onderdelen, namelijk het bekijken van de beelden; het reciteren van gebeden en incantaties, en het geven van een geschenk aan het beeld. Er zijn publieke, maar ook privé-consultaties, waarbij ofwel een groep, ofwel een individu middels gebeden de yanda een verzoek doen.
Een andere vorm van gebruik van de yanda-beelden is als orakel. Er komt dan een wichelstok aan te pas. Het raadplegen gebeurt wederom voor gezondheid, jacht en visvangst, maar ook voor huwelijk, bescherming van de oogst e.d. (Burssens, 1962:102). Het yanda-beeld wordt bij een dergelijk ritueel op stokken geplaatst met ervoor op twee houten rollen, de wichelstok. M.b.v. de orakelstok wordt een aantal vragen gesteld. De beweging van deze stok vormt de antwoorden (idem:105).
De beeldjes worden in een aparte hut bewaard, de vrouwelijke meestal in een aarden pot. Die pot is weer in een andere geplaatst, die zich op een houten plank in het bovenste deel van de hut bevindt. De als mannelijk beschouwde beeldjes staan open in de hut opgesteld. 'Yanda' verlaten nooit de hut en worden dus niet meegenomen.
Er zit verschil in de kracht van verschillende yanda-beeldjes. Dit hangt af van de grootte of vorm, of van het inwijdingsritueel. Vrouwelijke beelden worden als sterker beschouwd (Burssens, 1962).
circa 24 x 7 x 6cm (9 7/16 x 2 3/4 x 2 3/8in.)
Source: collectie.tropenmuseum.nl