Op de veranda van een theehuis zit een courtisane. Achter haar staat een jongeman die duidelijk nieuwsgierig is naar de inhoud van de brief die ze leest. In het wolkvormige cartouche bovenaan de prent staat een gedicht met de strekking: ‘Onze nachtelijke ontmoeting bij Iwabashi eindigt helaas bij schemering, oh God van Katsuragi’.