Deze doos van goud en schildpad kreeg stadhouder Willem IV in 1749 als nieuwe bewindvoerder van de West-Indische Compagnie. Het deksel toont hoe de compagnie in Afrika geld verdiende: met slavenhandel (uiterst links) en met handel in ivoor en goud. De man draagt een olifantstand, de vrouw zeeft goud. Op het goudklompje in het midden zit handelsgod Mercurius met het logo van de compagnie.