Studioportret van Susuhunan Paku Buwono X van Solo (1866-1939, regeerde vanaf 1893), en Resident Willem de Vogel (1848-1929, resident in Solo - oftewel Surakarta - in de periode 1897-1905).
Willem de Vogel werd op 8 september 1848 geboren in Semarang. In 1873 werd hij in Nederlands-Indië benoemd tot controleur bij het Binnenlands Bestuur. Tien jaar later werd hij assistent-resident van Bondowoso, waarna overplaatsingen volgden naar Blitar en Sukabumi. In 1894 maakte hij promotie en werd hij resident in Besuki. Van 8 april 1897 tot 4 februari 1905 bekleedde hij die functie in Solo (Surakarta). Benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (1898) overleed De Vogel in juni 1922 in Den Haag op de leeftijd van 73 jaar.
Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië wijdde in december 1904 een kritisch commentaar aan het naderend aftreden van Willem de Vogel als resident van Surakarta:
"In dienst bij den Soenan. Men schrijft uit Klatten aan Mataram dat de resident van Solo, na zijn ontslag uit 's lands dienst met 1 Januari '05, administrateur zal worden op een der landen van Z.H. den Soesoehoenan. Men weet reeds mede te deelen, dat Z.H. aan zijn aanstaanden administrateur een maandelijksch tractement van f 1000,- zal uitbetalen, voorwaar geen te verwerpen baantje. 't Is echter voor den eigenaar te hopen, dat de heer de Vogel dan wat flinker zal optreden dan hij den laatsten tijd van zijn residentschap deed."
In januari 1905 werd daar in dezelfde krant op voortgeborduurd:
"Van residenten gesproken, wij raken den onzen kwijt. Het werd tijd ook, dat er nieuw bloed kwam, en men is in spanning "wie het zijn zal." Ik waag mij niet aan voorspellingen, maar de inwoners hopen dat het de Heer Engelberts van Bevervoorde zal zijn. Het schijnt toch waar te zijn dat de Heer De Vogel in nadere relatie tot den soenan zal treden, hetzij dan als administrateur of als super-intendent. De Heer V. gaat echter op Semarang wonen, om questies en impasses hier te voorkomen. Maar toch, men praat veel van prestige. Is het in het belang van het prestige in deze vormelijke Vorstenlanden, dat de "oudere broeder" naderhand de ondergeschikte van den Soenan wordt?"
De auteur ('Solonees') brengt hier de subtiele machtsverhoudingen in Nederlands-Indië ter sprake. Een machtsverhouding zoals die treffend te zien is op deze foto uit 1897 waarop resident De Vogel gearmd is geportretteerd met Susuhunan Paku Buwono X van Solo. Java was in de negentiende eeuw bestuurlijk verdeeld in residenties die elk weer uit verschillende regentschappen bestonden. De regenten en hun familieleden vormden de Javaanse aristocratie, de erfelijke ambtsadel (pangreh praja). Zij stonden aan de top van een inheemse bestuurspiramide, die verder bestond uit districtshoofden en dorpshoofden. Veel minder in getal waren de Europese ambtenaren van het Binnenlands Bestuur; de residenten, assistent-residenten en controleurs. Samen bestuurden ze een gebied. De verhouding van de regent tot de resident of zijn vertegenwoordiger, de assistent-resident, was die van een jongere tot een oudere ‘broeder’. Hetzelfde gold voor de Sultan van Yogyakarta en de Susuhunan van Solo. Die omgangsvorm bracht de machtsverhouding subtiel tot uitdrukking, waarbij ieder in zijn waarde gelaten werd, maar waarbij het gezag allerminst ondubbelzinnig was, waardoor enig tactisch vermogen van de Europese bestuursambtenaar vereist werd. Er waren aanvaringen. Assistent-resident Eduard Douwes Dekker (1820-1887) beschuldigde in 1856 de regent van Lebak van machtsmisbruik en knevelarij. Het leverde een van de belangrijkste boeken uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis op, de Max Havelaar, geschreven door Douwes Dekker onder zijn pseudoniem Multatuli.
Rob Jongmans
9 x 12cm (3 9/16 x 4 3/4in.)
Source: collectie.tropenmuseum.nl