Op dit studioportret zijn drie dochters van Sultan Hamengku Buwono VI van Yogyakarta te zien: (v.l.n.r.) de echtgenote van de regent van Ledok, Mursilah en Saripah. De foto is gemaakt door Isidore van Kinsbergen. Er zijn in de Tropenmuseum-collectie twee, licht van elkaar verschillende, varianten van dit portret bekend (60002137, 60022798).
Kunstschilder, decorschilder, lithograaf en theatermaker Isidore van Kinsbergen (Brugge 1821 - Batavia 1905) arriveerde op 26 augustus 1851 in Batavia (Jakarta). Hij groeide uit tot een bekend figuur in de Bataviase kunstkringen, een flamboyant theaterman (operazanger, directeur van het Théâtre Français de Batavia) en fotopionier, de eerste afkomstig uit de Lage Landen. Hoewel deze uitzonderlijke man geenszins model staat voor de fotograaf uit de negentiende eeuw, geeft zijn carrière wel een aardig inzicht in de beroepspraktijk van een fotograaf in die tijd.
Midden negentiende eeuw stond het ‘schrijven met licht’, in Nederlands-Indië nog in de kinderschoenen. Proefondervindelijk moest er veel worden uitgevonden. Zo bleek fotograferen onder tropische omstandigheden heel wat ingewikkelder dan in het koelere West-Europa. De weinige potentiële opdrachtgevers (overheid, particulieren, militairen) waren onzeker of het nut en voordeel van fotografie in vergelijking met teken- en schilderkunst wel zo groot was. Het Ministerie van Koloniën verstrekte de eerste opdrachten: het fotograferen van archeologische monumenten op Java. Voor zover bekend was de officier van gezondheid Jurriaan Munnich (1817-1865) de eerste die in 1840 opdracht kreeg om de Borobudur te fotograferen. Het resultaat liet veel te wensen over. Zijn opvolger, de in Den Haag wonende Duitse fotograaf Adolph Schaefer (overleden in 1873) had in 1845 meer succes. Hij maakte in dat jaar 58 daguerreotypieën van de Borobudur. Kort na zijn aankomst in Batavia in 1844 had Schaefer in die plaats de eerste studio in Nederlands-Indië geopend waar portretfoto’s werden gemaakt.
In 1855 begon Isidore van Kinsbergen met fotograferen. In 1863 kreeg hij van het Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen de opdracht om een omvangrijke en kostbare fotografische documentatie van Javaanse oudheden uit te voeren, waaronder de Borobudur. Het werd aan zijn eigen expertise overgelaten hoe hij een en ander in beeld moest brengen. Die vrijheid leverde een monumentale benadering op, waarin Van Kinsbergen zijn pas verworven fotografische kennis etaleerde. Hij produceerde een aantal catalogi met afdrukken van de foto’s, die vanaf 1873 ingestuurd werden naar diverse wereldtentoonstellingen. Zo werden de Javaanse oudheden onder de aandacht gebracht van een internationaal publiek en kon Nederland zich tegelijkertijd profileren als koloniale machthebber met een wetenschappelijke visie op de archeologie.
Naast het fotograferen van de Javaanse oudheden heeft Van Kinsbergen portretten, landschappen, stadsgezichten, volkstypen, kunstreproducties, fruitstillevens en naakten op zijn naam staan. Dat is niet wat hem uniek maakte. Het toeleggen op verschillende genres was zelfs kenmerkend voor de veelzijdige beroepspraktijk van de 19de eeuwse fotograaf, die vaak alle segmenten van de markt wilde en moest benutten om financieel rond te kunnen komen. Wat hem onderscheidde van zijn collega’s was dat hij in alle genres uitblonk. Hij was als theaterman de fotograaf van het grote gebaar en liet zijn verbeelding spreken. Opgeleid als schilder en lithograaf toonde Van Kinsbergen zich schatplichtig aan die achtergrond, hij bezat de voor fotografen belangrijke eigenschap goed te kunnen kijken. Zijn talent als theaterregisseur is af te lezen aan de portretten die hij in de jaren zestig maakte in zijn fotostudio in Batavia en aan de vorstenhoven van onder meer Yogyakarta en Surakarta, in Bandung en op Madura, en in Buleleng op Bali. Het is niet louter de symbolische functie en status van deze hooggeplaatste personen die benadrukt worden, Van Kinsbergen hield minder afstand dan gebruikelijk. Overduidelijk is dit te zien in beide portretten van de drie dochters van de Sultan van Yogyakarta (60002137, 60022798), die hij maakte in de periode 1862-1865. Gelet op de houding waarin de fotograaf ze heeft laten poseren, lijkt hij hier zijn kennis van de westerse klassieken te hebben benut. Een gravure naar de foto van Van Kinsbergen (60022798) verscheen in 1875 bij de reeks 'Schetsen van Java' door de Leidse hoogleraar P.J. Veth (1814-1895) in het populaire tijdschrift Eigen Haard. Veth was lyrisch over deze ‘Javaanse Gratiën’, naar de drie zusters uit de klassieke mythologie. Wellicht heeft Van Kinsbergen zich bij het maken van deze foto eveneens laten inspireren door de reliëfs op de Candi Lara Jonggrang oftewel het Prambanan tempelcomplex bij Yogyakarta (zie 60059877). Die zal hij gekend hebben: we weten dat hij als fotograaf mee was tijdens de eerste gouvernementsreis van gouverneur-generaal Sloet van de Beele (1806-1890) in 1862, waarbij ook de verschillende tempelcomplexen rond Prambanan werden aangedaan. De foto's die hij daar en bij de Borobudur maakte leidden korte tijd later tot de bovengenoemde opdracht van het Bataviaasch Genootschap. Van Kinsbergen maakte ook foto's buiten Nederlands-Indië. Toegevoegd aan een Nederlands gezantschap naar Siam (Thailand) in 1862 fotografeerde hij te Bangkok tempelcomplexen, het koninklijk paleis en maakte hij er een aantal portretten.
Fotografen gingen verbindingen met elkaar aan, maakten tijdens hun rondreizen gebruik van elkaars faciliteiten en gingen bij elkaar in de leer. Zo werkte Van Kinsbergen aan het begin van zijn carrière korte tijd samen met Antoine François Lecouteux in Batavia, voor wie hij onder meer retoucheerwerkzaamheden uitvoerde. Vanaf maart 1878 was het de jonge Herman Salzwedel die een jaar samenwerkte met de ervaren Van Kinsbergen in het fotografisch atelier Kinsbergen & Salzwedel in Batavia. Ook R. Schütz is een tijd actief geweest onder de naam van het atelier van Van Kinsbergen voordat hij in maart 1884 de firma van M. Tagesell in Semarang overnam. Voor Van Kinsbergen werd het steeds lastiger om inkomsten uit zijn fotografische activiteiten te genereren. In maart 1899, hij was toen al lang niet meer fotografisch actief, verzocht het Bataviaasch Genootschap hem om de glasnegatieven van de series 'Oudheden van Java' en 'Boro-boedoer' definitief af te staan. Gerda Theuns-de Boer en Saskia Asser noemen dit in hun boek 'Isidore van Kinsbergen (1821-1905). Fotopionier en theatermaker in Nederlands-Indië' (Zaltbommel / Leiden: Uitgeverij Aprilis / KITLV Press, 2005) treffend het symbolisch einde van een lange fotografische carrière. Deze catalogus begeleidde een gelijknamige overzichtstentoonstelling die van 10 december 2005 tot 26 februari 2006 werd gehouden in Huis Marseille (Amsterdam).
Een dag voor zijn tachtigste verjaardag werd Van Kinsbergen in 1901 geridderd in de Orde van Oranje-Nassua. Een paar jaar later, op 10 september 1905, overleed Isidore van Kinsbergen in Batavia.
Rob Jongmans
18,2 x 15,1cm (7 3/16 x 5 15/16in.)
Source: collectie.tropenmuseum.nl